Fokko Jongsma
Student leraar economie
Digitale basisvaardigheden
2.1 Hardware
2.1.1) De docent toont aan diverse hardware te kunnen benoemen, aansluiten en bedienen.
Toen ik vroeger klein was, had ik een sterke interesse in computers. Dit kwam mede door mijn broer die deze interesse ook had. Hij stelde zelf vaak computers samen voor vrienden en zette deze vervolgens in elkaar. Ik heb hem hier veel mee geholpen omdat ik ook een sterke interesse had in computers. De kennis die ik had is enigszins weggeëbd maar een computer in zijn geheel aansluiten lukt mij nog steeds. Het begint met de kabel voor de voeding. Vervolgens met een kabel(DVI, VGA of HDMI) tussen het beeldscherm en de computerkast (Een gelijksoortige kabel kan ook worden gebruikt om een beamer/digiboard aan te sluiten). Daarna sluit je de muis en toetsenbord aan. Dit zijn tegenwoordig vaak USB-aansluitingen. Eventueel kan ik nog audio of een printer toegevoegen. Dit kan ik eventueel laten zien tijdens het assessment.
Tijdens mijn lessen maak ik vaak gebruik van een beamer of digiboard. Ik gebruik het digiboard of beamer vaak voor een presentatie of om een filmpje te tonen. Bij de presentaties maak ik gebruik van PowerPoint. De beamer en het digiboard worden in combinatie gebruikt met de computer of laptop. Hiervoor vind ik het belangrijk dat ik weet welke kabels hier voor nodig heb. Hierboven staat beschreven dat ik deze kennis heb en hoe ik deze heb vergaard en dat ik dit dus kan toepassen tijdens onderwijsactiviteiten.
Zelfgemaakte foto's zet ik op de computer via een USB-kabel. Ik gebruik Windows Verkenner om de foto's daadwerkelijk van mijn telefoon over te zetten op de computer. Als ik geen USB-kabel bij de hand heb gebruik ik af en toe ook Google Drive. Met dit programma zet je eenvoudig foto's over via de WIFI naar de computer.
2.2.1) De docent toont aan over algemene kennis van ICT te beschikken en de vaardigheden ten aanzien van bestandsbeheer te beheersen.
Voor mijn opleiding moet ik veel verslagen maken en bewaren. Het zijn er zo veel dat het lastig zoeken wordt als ik deze allemaal opsla in 1 map. Daarom heb ik een mappenstructuur gecreëerd in Google Drive. Dit programma is mij door een vriend aangeraden omdat ik op elke computer dan bij mijn bestanden kan. Ik heb dit programma ook geïnstalleerd als applicatie op mijn telefoon. Mijn telefoon heb ik altijd bij mij waardoor ik op elk moment bestanden kan versturen wanneer ik zou willen. Hieronder valt te zien hoe ik mijn mappenstructuur heb ingericht.

Zoals je kunt zien zijn mijn bestanden ingedeeld in vier jaren. Zo kan ik gemakkelijker bestanden uit oudere jaren vinden. Vervolgens heb ik alle bestanden gerelateerd aan 1 vak geplaatst in 1 map. Zo is het voor mij eenvoudig terugvinden als ik iets zoek.
2.2.2) De docent toont aan dat hij de vaardigheden beheerst om met software effectieve samenwerking en communicatie tot stand te brengen.
In jaar drie van de opleiding hebben wij een module genaamd vakdidactiek. Hiervoor moeten wij veel verschillende deelopdrachten inleveren bij verschillende docenten. Hiervoor heb ik een open-elo pagina moeten oprichten. Dit is een soort website waarmee ik bestanden kan delen met verschillende docenten. Ook kunnen klasgenoten kijken op mijn pagina om samen opdrachten in te leveren. Ook heb ik de afgelopen jaren veel geskypet met klasgenoten. Aangezien ik in Groningen woon heb ik altijd veel reistijd naar Leeuwarden. Om opdrachten te bespreken of samen te leren is het handig dat ik kan Skypen. Hierdoor hoef ik niet naar Leeuwarden te reizen en kan ik toch belangrijke zaken bespreken. Als bewijsvoering volgen hieronder twee screenshots. 1 van mijn open-elo en 1 van een Skype gesprek met een studiegenoot. Ik toon hier mee aan dat ik de vaardigheden beheers om met software effectieve samenwerking en communicatie op te zetten.


2.2.3) De docent toont aan dat hij kan omgaan met standaard kantoortoepassingen: tekstverwerkers, spreadsheetprogramma’s en presentatiesoftware.
Binnen de lerarenopleiding economie moet ik veel verslagen inleveren. Bij deze verslagen zitten allerlei vereisten. Hierdoor word je gedwongen om te werken met tekstverwerkers. Bij Word maak ik altijd gebruik van een automatische inhoudsopgave. Dit is veel makkelijker, en vaak ook mooier, dan dat je het zelf maakt. Ik heb gebruik gemaakt van de automatische bronvermelding. Op aanraden van een docent ben ik hier mee gestopt. Hierdoor leer je zelf niet hoe je iets APA moet vermelden. Ook kwam de APA niet 100 % overeen met de versie die wij moeten gebruiken volgens de docent. Als bewijsvoering wil ik toch een verslag toevoegen waar ik het gebruikt hebt om te bewijzen dat ik dit kan. In dit verslag zit ook een automatische inhoudsopgave.
Naast het Word document vindt u een Excel document. Het Excel document is onderdeel van een opdracht voor het vak bedrijfsadministratie. Het bevat dus alleen de uitwerking. In het Excel document zijn allerlei journaalposten gemaakt. Onderin zijn op blad 1 en 3 formules toegevoegd. De formules berekenen totalen uit zodat ik dit zelf niet hoef te doen. Ik toon hiermee nogmaals aan dat ik kan omgaan met standaard kantoortoepassingen op de computer.
2.2.4) De docent toont aan dat hij een presentatie kan ondersteunen door gebruik te maken van software en hardware.
Tijdens mijn lessen maak ik vaak gebruik van de beamer of digiboard om allerlei zaken te verduidelijken. Door middel van een PowerPoint of Prezi probeer ik sommige zaken te verduidijken. Dit doe ik door belangrijke kernbegrippen te projecteren of afbeeldingen te tonen. Ik heb een cursus meervoudige intelligenties gevolgd aan het begin van dit schooljaar. Bij deze cursus heb ik geleerd dat het tonen van afbeeldingen erg verduidelijkend kan werken voor visueel-ruimtelijke leerlingen. Om aan te tonen dat ik hier bekwaam in ben heb ik een prezi-presentatie toegevoegd welke ik heb gebruikt tijdens het assessment. Naast de Prezi presentatie vindt u een PDF-Bestand. In dit PDF-Bestand staat een formatieve toets die ik heb afgenomen aan het eind van een lessenserie. Op deze wijze probeer ik de lessen aantrekkelijker te maken voor de leerlingen.
2.2.5) De docent toont aan dat hij kan werken met de elektronische leeromgeving, portfoliosoftware, (leerling gerelateerde) administratieve systemen van de school.
Dit ICT-Portfolio toont aan dat ik kan werken met portfoliosoftware. Daarnaast heb ik op school gewerkt met administratieve systemen. Het programma waarmee ik werkte was Magister.
2.2.6) De docent toont aan dat hij educatieve software, serious games en mobiele apps kan inzetten.
In het PDF-Bestand hierboven toon ik aan dat ik kan werken met educatieve software. Ik laat in het PDF-Bestand zien dat ik lesdoelen heb gecontroleerd van een lessenserie door middel van socratieve. Een programma welke ik educatief toepas.
2.2.7) De docent toont aan dat hij foto’s, video’s en audio digitaal kan maken, bewerken/converteren, publiceren en delen.
Voor de cursus bordschrijven heb ik een instructievideo gemaakt. Deze heb ik zelf gemonteerd met Windows Movie Maker. Ik heb verschillende filmfragmenten bij elkaar gevoegd en teksten toegevoegd. Dit geld ook werkplekleren. Hieronder is een filmfragment te zien van werkplekleren jaar 1.
2.2.8) De docent toont aan dat hij kan werken met digitale toetssystemen.
Ik heb tijdens de opleiding een cursus wintoetsen met een voldoende afgerond. Ik toon hiermee aan dat ik kan werken met digitale toetssystemen. Het certificaat valt hieronderte vinden.
2.3.1) De docent is in staat om kleine storingen zelf te benoemen en/of te verhelpen.
De meeste storingen die ik heb met ICT probeer ik zelf op te lossen. Als er een probleem is met de hardware controleer ik of de juiste kabels zijn aangesloten. Storingen met de software probeer ik op te lossen door op internet op zoek te gaan naar oplossingen. Vaak ben je niet de enige met een probleem en worden deze problemen op fora besproken. Vaak is hier ook een oplossing te vinden. Mocht ik er dan nog niet uitkomen raadpleeg ik kennissen. Speelt het probleem zich af op de school dan zal ik de ICT-er van de school raadplegen.